Afgelopen weekend hadden we een braai bij J. die op een estate woont. Zijn werkgever heeft die villa gehuurd, maar het estate is niet alleen een villawijk maar ook een golfcourse. J.'s buren hebben geen auto's maar golfcaddies (sorry, ben niet zeker van spelling maar mijn stijl- en spellingboeken liggen thuis) voor de garagepoort staan. Ik vroeg J. of hij al kon golfen maar hij zei dat hij het niet kon aanzien. Het golfpubliek bestaat volgens hem voornamelijk uit dikke blanken wiens caddy door een zwarte medewerker (of heeft dat een speciale benaming) wordt gedragen.
Diezelfde week was ik ook in het wel heel eenvoudige huisje van Y. en C. Ze huren een paar kamers bij een mevrouw in Thambo-village, een township buurt bij Gugulethu. Het huisje van die mevrouw is van stenen gebouwd, maar voor zover ik kon zien waren de aangebouwde kamers van hout. Y. had meegedaan aan hardlooptraining en ik ging mee om hallo te zeggen tegen C. Het was er heel gezellig en er werd druk gekookt door R. en Q. die er ook wonen. Ik vroeg of ze bijna gingen eten maar Y. zei dat ze daar nog mee wachtten want anders zouden ze 's nachts weer honger hebben.