Heksenteksten

Weblog van juni 2002 tot september 2006. Gestart in België, voortgeblogd in Zuid-Afrika en het laatste jaar vanuit de VS.

woensdag, november 20, 2002

Treurige berichten over Nederlandse mensen... uit de Emancipatiemonitor 2002 van het Sociaal en Cultureel Planbureau, de tweejaarlijkse thermometer van het emancipatieproces.

1. Over kinderopvang: De idee�n over werkende moeders met jonge kinderen veranderen wel, maar in een richting die haaks staat op het emancipatiebeleid. Vergeleken met 1997 kunnen deze moeders nu op minder instemming van de bevolking rekenen. Iets minder dan de helft van de vrouwen en mannen, of ze nu oud zijn of jong, vindt het bezwaarlijk dat vrouwen met jonge kinderen werken als dat betekent dat de kinderen naar een kinderdagverblijf moeten.
Vooral mannen zijn de afgelopen twee jaar negatiever over kinderopvang gaan denken: in 2000 had 68 procent geen bezwaar, in 2002 is dat 61 procent. Het SCP vermoedt dat de discussie rond de oratie van de Nijmeegse hoogleraar ontwikkelingspsychologie Riksen-Walraven begin dit jaar, dit effect heeft veroorzaakt. Riksen-Walraven stelde dat vroege opvang in een kinderdagverblijf een negatief effect kan hebben op de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen.

Maar het onderwerp kinderopvang heeft altijd al gevoelig gelegen. Ex-staatssecretaris Verstand van Emancipatiezaken kreeg een lading kritiek over zich heen toen zij vorig jaar in Trouw vrouwen die stoppen met werken als er kinderen komen 'buitengewoon onverstandig en dom' noemde.
Verstand verwachtte veel van het generatie-effect: dat jongere generaties vrouwen weer terugkeren naar de grote banen die ze vroeger hadden als de kinderen het huis uit zijn. Maar uit de Emancipatiemonitor blijkt dat dit weinig realistisch is. Gemiddeld hebben vrouwen banen van 13 uur per week, of ze nu wel of geen kinderen hebben. Vrouwen vinden het leven als 'taakcombineerder' druk genoeg en willen geen grote banen, blijkt uit de SCP-enqu�te.

2. Over schooltijden: Schooltijden vormen een fikse hindernis voor vrouwen die willen werken. Slechts 31 procent van de scholen heeft voor alle groepen dezelfde begin- en eindtijden, op bijna een kwart van de scholen zijn de lestijden voor onder- en bovenbouw op alle of de meeste dagen ongelijk. Met als gevolg dat ouders ongeveer drie uur per week kwijt zijn met het halen en brengen van kinderen.

3. Over arbeidsdeelname: De arbeidsdeelname van vrouwen is sinds 1990 wel flink gestegen: van 39 procent in 1990, naar 53 procent in 2001. Het gaat dan om banen van twaalf uur of meer. Die stijging tekent zich af in alle leeftijdsgroepen. Vooral de arbeidsdeelname van vrouwen met jonge kinderen is sterk toegenomen: meer dan de helft van de vrouwen met partner en met kinderen onder de zes jaar werkt. Surinaamse, Antilliaanse en Arubaanse vrouwen hebben vaker een betaalde baan dan Turkse en Marokkaanse. Surinaamse vrouwen werken zelfs vaker dan autochtone vrouwen, een beeld dat ook al uit de Emancipatiemonitor 2000 naar voren kwam.

Als de stijging van de arbeidsparticipatie zich in hetzelfde tempo doorzet, berekende het SCP, kan het streefcijfer van 65 procent in 2010 net worden gehaald. Maar dat is niet waarschijnlijk, waarschuwt het SCP. Niet alleen vanwege de opvattingen over combinatie van werk en kinderen, maar ook vanwege de economische teruggang: als de werkgelegenheid krimpt zijn vrouwen daar het eerst slachtoffer van.

4. Over een vrouwelijke minister-president: Uit de emancipatiemonitor blijkt dat het draagvlak voor een vrouwelijke minister-president groeit. Een kwart van de mannen en 37 procent van de vrouwen zou het goed vinden als de volgende minister-president een vrouw is. In 2000 bedroegen deze percentages 19 procent van de mannen en 29 procent van de vrouwen.